Hoe bouw ik het trainingsprogramma uit?
Na ongeveer 4 – 6 trainingen merk je dat de oefening soepel en in controle kan worden uitgevoerd. Dit is het moment om de oefening te verzwaren. De volgorde daarin is simpel maar moet je als een wetmatigheid hanteren, eerst de omvang (herhalingen en series), daarna pas het gewicht verhogen (lees: extra kg).
Volg de volgende stappen:
- Verhoog het aantal herhalingen met 2. Werk opnieuw 2-6 trainingen af.
- Verhoog het aantal herhalingen met 2. Werk opnieuw 2-6 trainingen af.
- Je start weer met 8 herhalingen, verhoog de weerstand een beetje en train 3 setjes
- Verhoog het aantal herhalingen met 2. Werk 4-6 trainingen af.
- Verhoog het aantal herhalingen met 2. Werk 4-6 trainingen af
- Je start opnieuw met 8 herhalingen en verhoogt de weerstand en traint 4 sets.
- Verhoog het aantal herhalingen met twee. Werk 4-6 trainingen af
- Verhoog het aantal herhalingen met twee. werk 4-6 trainingen af
Je programma bestaat nu uit 4 sets van 12 herhalingen met een pittige weerstand.
Zo doe je dat bij alle oefeningen van 1 tot en met 4.
Bij de oefeningen 5 en 6 train je spiergroepen die snel moe worden en gelukkig ook weer snel herstellen. Je werkt alle oefeningen een set van 8 herhalingen achter elkaar af.
Als een naar twee kanten werkt, zoals de Russian-twist, Dan doe je elke kant 8 keer. Dat doe je dus ook bij de mountain climber elk been 8 keer. Na een serie van 5 oefeningen, in totaal 40 herhalingen, neem je 30 seconden pauze. Vervolgens werk je dat rondje op deze manier nog twee keer af.